Tempranillo

De tempranillo is een blauwe druivensoort die zich uitstekend leent tot zowel cépagewijnen als geassembleerde wijnen. De tempranillo komt voornamelijk in de Spaanse streek Rioja voor. Maar de druif gedijt ook in andere Spaanse wijnstreken en ook daarbuiten. Onder meer in Frankrijk, Portugal, Argentinië en Californië.

De tempranillodruif heeft veel aroma en wordt daarom veel gebruikt in assemblages. De riojawijnen zijn combinaties van tempranillo met ondersteunende druiven als garnacha en cariñena. Door de grotere hoogte in de Ribera del Duero kunnen hier cépagewijnen worden gemaakt. In Toro heerst over het algemeen een hogere temperatuur. En daardoor is hier een kloon ontstaan. De tinta de Toro, die tegen hogere temperaturen kan.

De rode druif is ook wel bekend als de Cencibel, Tinto Fino en Tinta del Pais in Spanje, Aragonez of Tinta Roriz. De druif ontleend zijn naam aan het Spaanse woord “Tempra” wat vroeg betekend.

Zoals gezegd is de tempranillo geschikt om als cépagewijn te drinken. Maar ook in het harmonieuze gezelschap. Onder meer de merlot, cabernet sauvignon en garnacha (grenache) schittert de tempranillo in de neus en het glas. De cépagewijnen komen doorgaans uit Spanje. Want daar geldt deze druif zowat als de belangrijkste druivensoort van het land.

De druif kent een lage zuurgraad en laat zich comfortabel rijpen op hout. Kenmerkend zijn de diepe robijnrode kleur en de verwijzingen naar rood fruit en specerijen. Kortom de tempranillo vormt een goede basis al dan niet in het gezelschap van andere cépages. Voor elegante maar intense en volle wijnen met een aangename lange afdronk.