Durif

De Franse rode druivensoort Durif.

Behalve in Frankrijk komt deze druif ook voor in de Verenigde Staten van Amerika (Californië) en Australië nabij de plaatsjes Rutherglen en Glenrowan in de deelstaat Victoria.

DNA-analyse heeft aangetoond dat de druif een kruising is tussen de Peloursin en Syrah-druif.

De kleur is zeer donker, zelfs inktachtig zwart met een relatief hoog zuurgehalte. De aroma’s gaan van donker fruit, zoals blauwe bessen met tonen van peper en kruiden. Het tannine gehalte is zeer hoog en aangezien deze de houdbaarheid van de wijn ten goede komen, zal het niet verbazen dat deze wijn in goede jaren meer dan 20 jaar op fles kunnen worden bewaard.

Durif is een druivensoort met zwarte schil, met Petite Sirah als Noord- en Zuid-Amerikaanse naam. In de rest van de wereld is het algemeen bekend als Durif, vernoemd naar zijn ontdekker, Dr. Francois Durif.

Deze druif verwijst hier naar de kleine, intens gekleurde bessen die Petite Sirah zo’n onderscheidende variëteit maken. Deze druiven produceren een wijn met een hoge tannine- en zuurgraad, waardoor het een uitstekende kandidaat is voor rijping in de kelder.

Oorsprong

Vanuit de Rhône in 1880 bracht Dr. Durif zijn nieuwe druif op de wereld nadat hij een natuurlijke kruising opmerkte – hoogstwaarschijnlijk als gevolg van kruisbestuiving, van een van zijn Peloursin-wijnstokken. De naam Durif  verscheen vier jaar later voor het eerst in de Californische wijnliteratuur, maar als een algemene term voor verschillende druivensoorten met een donkere huid.

Pas in 1996 identificeerden Californische ampleografen Durifs andere ouder als Syrah. Dit was een belangrijke openbaring, maar niet verrassend gezien petite Sirah’s naam en de visuele overeenkomsten tussen de twee druiven.